Thea Doleweerd genomineerd als vrijwilliger van het jaar 2022

Bij Thea zit omkijken naar ander in de genen

EMST – Haar ouders zaten zoals dat heet in de zorg; Thea van Doleweerd zet dat voort. De vrouw die naar eigen zeggen half Friezin/half Groningse van herkomst is, woont inmiddels vijftig jaar in de gemeente Epe. Uit dit interview blijkt hoezeer het omkijken naar de medemens bij haar is ingeslepen.

“Ik kom uit een gezin van negen kinderen. Mijn ouders vonden naast hun zorg voor het kroost tijd om hulp te bieden aan mensen die het nodig hadden. In de oorlogsjaren hebben ze zich op diverse manieren ingezet. Ze ontfermden zich onder meer over Joodse landgenoten. Dat verzetswerk is een verhaal op zich waar ik maar liever niet teveel over wil zeggen.”

Zelf vond ze in de zorg veel voldoening. Ze sloot de mensen die ze verzorgde in haar hart, keek buiten diensttijd naar ze om, verleende hand- en spandiensten. Ook sprong ze in bij gezinnen die het moeilijk hadden.

Oppepper

Als echtgenote van het hoofd van de School met de Bijbel had ze een warme band met het team van docenten, speelde een rol op de achtergrond. Van meet af aan keek ze om naar de woonomgeving, bracht bezoeken, stuurde attenties en toonde op velerlei manieren aan dat ze er niet alleen voor stonden. Ze gaf praktische invulling aan haar geloof met oppeppende woorden en een knuffel, waarover men in Emst met waardering spreekt.
Naast de opvoeding van vier kinderen namen zij en haar man een gehandicapte pleegzoon in huis, die ze twintig jaar met veel liefde verzorgden.
Thea was tien jaar werkzaam in het hospice Casa Vera, zat vele jaren in het bestuur van Christen Vrouwen enzovoort.

Oekraïne

Zelfs nu ze op 83-jarige leeftijd ook af en toe wat fysieke ongemakken moet incasseren is die inzet voor de medemens er intens en onafgebroken. Dat uit zich sinds Koningsdag 2021 in het omzien naar Oekraïense vluchtelingen.

“Wee kwamen van de rommelmarkt terug en zagen die mensen bij ons in de buurt. We wonen naast het Ebbenhuis en dat is zoiets als het zenuwcentrum in de opvang.

Ik kreeg contact met een tachtigjarige vrouw die ernstig ziek werd. Eerst bezoeken bij haar thuis, daarna wekelijks kaarten sturen naar haar in het ziekenhuis in Zwolle en vervolgens in Apeldoorn.

Dat deed ik met teksten in het Russisch. Ze vertelde haar twee dochters dat de ontvangst ervan haar opvrolijkte. Mijn man Gerard bekommert zich om een Oekraïens buurjongetje, Maxim. Hij praat honderduit, stoort zich er niet aan dat we het niet verstaan en spring overeind als het woord wandelen wordt genoemd.” Meer dan twintig jaar brengt ze bezoeken vanuit de kerk. Bezorgt warme maaltijden aan alleenstaanden, bekommert zich om zieken in de woonomgeving. Haar verklaring. “Geven bezorgt je zoveel meer dan nemen. Je vergeet er de eigen pijntjes en persoonlijk ongemak door.”

Kaartjes met opbeurende teksten vinden hun weg door het hele dorp. Een uiting van diep gewortelde betrokkenheid bij de gemeenschap.

Foto & tekst: Dick van der veen